Woordweb
Ms: reageren op zadel en hoofdstel (rijden)
Tijdens paartijd reageren op vrouwtjes
sterk instinkt
eigenwijs
sociaal gedag Aangeboren gedrag
aangeleerd gedrag
Ms: reageren op mensen
Shetlander groepsgedrag
bijten
Ms: Reageren op geluid van kar met eten
Territoriumgedrag
Sterke rangorde
(Ms= manege shetlanders)
Reageren op zadel en hoofdstel: Als paarden gaan rijden krijgen ze altijd een zadel op hun rug en een hoofdstel om hun hoofd. De meeste paarden reageren hierop, ze weten dat ze gaan rijden.
Tijdens paartijd reageren op vrouwtjes: Tijdens de paartijd reageren hengsten op merries. Dit doen ze door te hinnikken, hard te gaan rennen of andere vormen van hengstig gedrag. Dat doen ze om de vrouwtjes te imponeren.
Sterk instinkt: Paarden hebben een sterk instinkt, ook al zijn ze tam. Schrikreacties, baltsgedrag en rangorde spelen daar een rol bij. Een paard volgt altijd eerst zijn instinkt, het is een sleutelprikkel. Ze rennen dan bijvoorbeeld ook altijd linksom weg als er gevaar dreigt.
Eigenwijs: Dieren zijn erg eigenwijs en zullen meestal eerst hun eigen wil doorvoeren. Ze kunnen wel aanleren te gehoorzamen wanneer je ze iets wil laten doen, maar zelfs dan kunnen ze je negeren en toch hun eigen ding doen.
Sociaal gedrag: Paarden zijn zeer sociaal, het zijn echte kuddedieren. Ze leven altijd samen en tamme paarden zullen snel eenzaam zijn als ze niet bij soortgenoten in de buurt zijn. Als paarden samen zijn doen ze ook typische dingen als elkaar kriebelen op plekjes waar ze niet bij kunnen of in elkaars neusgaten blazen (een teken van liefde).
Aangeboren gedrag: Paarden hebben zoals alle dieren aangeboren gedrag. Hun instinkt en kuddegedrag zijn daar de grootste onderdelen van. Dit is gedrag dat ze niet hoeven te leren, zoals hoe ze moeten springen of zich moeten gedragen, aangeboren gedrag zit al in hun genen.
Aangeleerd gedrag: Dit is gedrag dat ze leren om te doen, zoals wat ze moeten doen als ze bereden worden of als ze gelongeerd worden. Ze leren het aan van hun omgeving en kunnen het dus niet zelf.
Reageren op mensen: Dieren reageren altijd op mensen, op welke manier hangt af van wat ze geleerd hebben over mensen. Waren ze aardig tegen het dier, dan is er een grote kans dat het dier rustig blijft staan of zelfs naar je toe komt. Waren ze niet zo aardig tegen het dier, dan zal het weglopen of misschien zelfs aanvallen. Manegepaarden reageren over het algemeen op mensen door hun oren naar voren te doen, te hinniken of te briesen ter begroeting.
Groepsgedrag: Paarden hebben een bekend groepsgedrag. Ze leven in kudde’s en zorgen voor elkaar. Dit doen ze zowel in het wild, als op een boerderij of manege. Dit zit in hun instinkt, ze weten dat ze samen sterk staan. Groepsgedrag en kuddegedrag gaat samen.
Bijten: Bijten een reactie op bijvoorbeeld gevaar, een agressieve beweging, etc. Paarden die in het wild leven of op een boerderij staan zullen dit sneller doen dan manegepaarden, die gewend zijn aan mensen, de geluiden en snelle bewegingen.
Reageren op het geluid van de kar met eten: Manegepaarden reageren hier vaak op. Ze horen bijvoorbeeld het gekletter van de kar, het gepiep van wieltjes of andere geluiden die zo’n kar kan maken. Ze weten dat als ze dit geluid horen dat ze eten krijgen. De meeste paarden reageren hierop door te hinniken, te stampen of tegen hun box te slaan met hun hoeven.
Territoriumgedrag: Paarden, waar ze ook staan, hebben altijd territoriumgedrag. dit komt het meeste voor onder de hengsten, en dan vooral in de paartijd. Ze reageren op andere hengsten en dagen ze uit om de vrouwtjes voor zich te winnen. Maar territoriumgedrag kan ook zijn dat ze hun stal, weiland of andere belangrijke dingen bewaken tegen ‘vijanden’. Dit kunnen andere (nieuwe) paarden of mensen zijn.
Sterke rangorde: Er heerst een sterke rangorde onder paarden. Dit word welliswaar minder als paarden op een manege staat, maar het word nooit helemaal afgeleerd. De grootste en sterkste mannetjes hebben de hoogste rang en mogen dan bijvoorbeeld als eerste eten, lopen vooraan bij de kudde en hebben de vrouwtjes het eerste.